Pleidooi voor lokale dienstverlening met een menselijk gelaat
De eerste stembusgang van dit jaar is achter de rug, alle ogen zijn nu gericht op de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober. Het feest van de lokale democratie. Een terugkerend discussiepunt in lokale campagnes is de vraag of gemeenten al dan niet moeten fuseren in de nieuwe beleidsperiode. Deze spanning tussen gemeentelijke politici weerspiegelt de uiteenlopende meningen die ook bij burgers bestaan. Veel mensen zijn gehecht aan ‘hun gemeente’, ze vrezen dat opgaan in een groter geheel leidt tot anonimiteit en afstand. Anderen zien een fusie als hét antwoord op de vraag naar meer professionalisering en bestuurskracht.
Dit stuk is geen pleidooi voor of tegen fusies. Het is wel een vraag om de focus te houden op de essentie. De grootte of naam van de gemeente is niet het belangrijkste, wel de zorg voor gemeentelijke dienstverlening dicht bij de burger en met een menselijk gelaat. Een lokaal bestuur bepaalt hoe die dienstverlening vorm krijgt, zodat iedereen die er behoefte aan heeft, er op een laagdrempelige wijze gebruik van kan maken.
Onze lokale wereld evolueert snel. De digitale trein is niet te stoppen, ook in 2023 nam het gebruik van internet, digitale hulpmiddelen en onlinediensten opnieuw toe. Projecten zoals ‘gemeente zonder gemeentehuis’ spelen in op deze trend. Veel mensen maken tot hun groot genoegen gebruik van allerlei toepassingen vanachter hun laptop of op de smartphone, zonder dat ze nog een loketbediende hoeven te spreken.
Toch bevestigt de Barometer Digitale Inclusie 2024 van de Koning Boudewijnstichting dat nog steeds 40% van de Belgen digitaal kwetsbaar is: ze gebruiken nooit internet of hun digitale kennis laat te wensen over. De samenleving digitaliseert steeds sneller, maar de digitale vaardigheden volgen onvoldoende. Dat is vooral zo bij mensen die sociaal, economisch of cultureel kwetsbaar zijn. Het heeft grote gevolgen omdat het hun toegang tot sociale rechten zoals huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg ernstig kan belemmeren.
Bovendien zijn inwoners niet enkel klanten van de overheid die recht hebben op een goede dienstverlening. De mensen willen ook inspraak in het beleid van de overheid. Betrokkenheid van de mensen vergt persoonlijk contact, overleg, luisteren naar wat ze belangrijk vinden.
Digitale inclusie moet een speerpunt blijven voor alle volgende regeringen. Toch blijven ook volwaardige alternatieven nodig, ook lokaal, bijvoorbeeld voor de aanvraag van documenten of de inschrijving voor een zomerkampje. Lokale besturen staan nog steeds het dichtst bij de burger; wie een probleem of vraag heeft, klopt aan bij zijn gemeente of OCMW.
Het is een aantrekkingskracht die politici en medewerkers van het lokaal bestuur best koesteren. De burger vertrouwt het lokale bestuur het meest van alle overheidsniveaus en gelooft dat zijn gemeente of OCMW het probleem zal trachten op te lossen.
Lokale besturen zien ook het snelst wie dreigt uit de boot te vallen door logge en ingewikkelde procedures. Waar nodig is het aan hen om bij te sturen of de hiaten te signaleren zodat alle burgers krijgen waar ze recht op hebben. Deze basisopdracht kan alleen worden waargemaakt wanneer een lokale overheid nabij, bereikbaar en beschikbaar is, ongeacht het inwonersaantal. Het vergt een klantgerichte organisatie die vertrekt van het basisidee dat iedere inwoner centraal staat. Het vergt ook lokale politici die naar de wijken en buurten gaan om te horen, te zien en te voelen wat er leeft. Klein of groot, eeuwenoud of net gefuseerd, ieder lokaal bestuur zal zich zo moeten organiseren dat iedereen vlot en kwaliteitsvol geholpen wordt. Laat dat de inzet zijn van de gemeenteraadsverkiezingen.
Nathalie Debast
Biografie:
Nathalie Debast studeerde Rechten aan de KUL en draaide even mee in de advocatuur.
Omdat ze haar juridische kennis wilde koppelen aan beleidsmatig werk, ging ze aan de slag bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.
Haar geloof in de kracht van lokale besturen en wat zij kunnen betekenen voor hun burgers, vormt de rode draad door haar carrière.
Ze begon als stafmedewerker OCMW-wetgeving, daarna werkte ze er rond armoede, energie en wonen.
Omdat ze het belangrijk vindt de lokale zaak te delen met de wereld, werd ze in 2017 verantwoordelijke perszaken en woordvoerder bij de VVSG.
Ondertussen is ze Directeur Belangenbehartiging en Communicatie en voert ze nog steeds het woord. In haar vrije tijd is ze actief in het lokale verenigingsleven en overtuigd van de meerwaarde van menselijke connectie.
Reactie plaatsen
Reacties