‘We vertellen onszelf verhalen om te kunnen leven’, beweerde de Amerikaanse schrijfster Joan Didion ooit. Daarmee bedoelde ze dat we verhalen vertellen om elkaar uit te leggen hoe de wereld in elkaar zit. Dat is goed, want verhalen brengen structuur in onze woelige werkelijkheid.
Maar soms vereenvoudigt een verhaal de realiteit zodanig dat we die realiteit niet meer correct kunnen zien. Een voorbeeld van zo’n verhaal is dat van ‘eigen schuld, dikke bult’.
Toen ik eind 2019 op zoek ging naar gezinnen die wilden meewerken voor mijn boek ‘De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt’ leerde ik Kurt en Cindy kennen.
Kurt is hulpdrukker, Cindy poetsvrouw. Nadat hun woning in Oostende afbrandt, verhuizen ze naar Houthulst. Cindy heeft het moeilijk met de toestand en gaat onderuit. Kurt doet zijn best in het huishouden, maar met paperassen kan hij niet overweg. Nogal wat rekeningen blijven ongeopend liggen. De schulden stapelen zich op. Het is pas wanneer ze opbouwwerkster Anje van SAAMO leren kennen, dat ze de stap naar het OCMW zetten. Kurt en Cindy moeten in collectieve schuldbemiddeling. Elke week krijgen ze 310 euro leefgeld. Daar moeten zij en hun drie kinderen het mee doen. Eigen schuld! Ze hadden maar slimmer moeten zijn en die enveloppes open doen. Toch?
Ongeveer een jaar later dien ik het manuscript van ‘De achterblijvers’ in bij mijn uitgeverij. De week erop moet ik een kleine operatie ondergaan. De ingreep verloopt voorspoedig en enkele weken later valt de rekening in de bus. We zijn dan nog volop in corona. De scholen zijn af en toe nog dicht en mijn vrouw en ik bestieren, naast onze voltijdse jobs, het huishouden met twee jonge kinderen. In die chaos raakt de ziekenhuisfactuur zoek. Een paar weken later moet er een herinnering toegezonden zijn. Dat zal wel, maar ik heb ze – denk ik – nooit gezien. In de derde aanmaning is het verschuldigde bedrag een pak hoger geworden. De toon van de brief is ook anders. Agressief. Er wordt met deurwaarders gedreigd. Toch loopt het bij ons anders af dan bij Kurt en Cindy. Mijn vrouw is juriste. Na één assertief telefoontje vol rechterlijk jargon is alles geregeld.
Twee zeer gelijkaardige zaken. Twee keer hetzelfde gedrag … en toch een totaal andere uitkomst.
Het verhaal waar we met zijn allen de voorbije decennia misschien wel het meest van overtuigd geraakt zijn, is de idee dat onze individuele keuzes bepalen of we al dan niet succes hebben. Het gevolg is dat we elkaar wijsmaken dat wie achterblijft, daar zelf schuldig voor is. Maar dat is niet zo.
Ik ken weinig mensen die hun best niet doen. Iedereen ploetert. Alleen hebben sommigen een achtergrond met geld, een opleiding en een sterk sociaal netwerk. Dat maakt het hen makkelijker om hun geploeter tot een succes te maken. Geld, onderwijs en netwerk. Financieel, cultureel en sociaal kapitaal. Met een oud, gedémodeerd woord zou je het “klasse” kunnen noemen.
Laten we het in de verhalen die we elkaar vertellen misschien wat vaker over “klasse” hebben.
Geert Schuermans
Biografie:
Geert Schuermans (1977) is socioloog. Hij werkt al meer dan 10 jaar voor organisaties die aan armoedebestrijding doen, en is auteur van boeken als ‘Een jaar in de wereld van de ongelijkheid’ en ‘Tubes en Talloren’. In zijn jongste worp, ‘De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt’, schetst Geert Schuermans via de verhalen van vijf gezinnen hoe de lagere middenklasse moet vechten om niet kopje-onder te gaan.
Schuermans is te bereiken via LinkedIn, Instagram, Twitter en Facebook.
Reactie plaatsen
Reacties