Een nieuw jaar, een frisse start, een grote opkuis. Plots bevond ik me op de koude grond tussen lege dozen, potjes en deksels die nergens meer op passen. Moe leunde ik tegen de keukenkast en staarde naar de blauwe brooddoos. Ik was nog jong toen ik die van mijn ouders kreeg. Hij was heel gewoon, een uit een dozijn. Rechthoekig, donkerblauw, geen afbeeldingen. Daarom kleefde ik er zelf een foto op die ik plastificeerde. Op de foto stond een zwarte kat en een hond. Een labrador. De foto hangt nog steeds op de brooddoos. Hij is intussen verkleurd.
Toen de doos uit de kast viel was hij leeg. Natuurlijk. Daardoor moest ik denken aan die vele schoolkinderen die dagelijks naar school gaan met een lege brooddoos. Aan al die hongerige magen, waardoor een kind moeite heeft om te leren.
Wanneer ik naar school ging was mijn doos altijd goed gevuld. Ik kreeg boterhammen met kaas mee, hoewel ik daar niet zo happig op was. En een koekje erbij. Of een mandarijn, naargelang de tijd van het jaar. Mijn zoon heeft later diezelfde doos gebruikt. Van hem moesten het boterhammen dik besmeerd met pindakaas zijn.
Hij heeft nooit honger gekend. Niet zoals al die kinderen die met een lege maag op de schoolbanken zitten. Waardoor ze zich niet goed kunnen concentreren. Niet vlot leren. Misschien teveel kattenkwaad uithalen om hun ellende te camoufleren. Veel van hun problemen zijn onzichtbaar. Ze zijn goed in het verstoppen van moeilijkheden. Soms dragen ze het masker van de hooghartigheid. Of de kwaadheid. De onverschilligheid. Waardoor ze niet altijd geliefd zijn.
Velen zakken door het watervalsysteem naar lagere richtingen. Of stoppen met studeren. Enkelen belanden in de criminaliteit. Ook hun kinderen komen soms terecht in diezelfde vicieuze cirkel. Vastgevroren levens. Lege boterhamdozen.
Op een bepaald moment moet ik wat zijn weggedoezeld. In mijn gedachten zag ik een wereld waarin kinderen wel met een lekker ontbijt achter de kiezen naar school gaan. Een wereld waarin iedereen vlot en met plezier kan leren. Lezen, opletten, luisteren, antwoorden. Droomde ik van een wereld waarin kinderen samen een eindmeet halen. Eigen aan hun mogelijkheden. Een wereld zonder lege brooddozen, waarin talent niet verloren gaat ten gevolge van de honger. Want honger is in België nog steeds een schrijnend probleem voor schoolgaande kinderen. Dikwijls gaat het hand in hand met armoede. Jammer genoeg is honger een onzichtbaar probleem, als een spook dat door de klas dwaalt.
Inge Denaeghel
Voetnoot:
*13% kinderen in België groeit op in armoede
*1 op de 4 kinderen in Vlaanderen zit met honger in de klas
Biografie
Inge Denaeghel is lesgever aan de Educatieve masters Cultuur- en gedragswetenschappen aan de Universiteit van Gent. Daar doceert ze het vak Taalontwikkelend lesgeven en begeleidt studenten tijdens hun stage. Ook is ze pedagogisch begeleider voor het Provinciaal Onderwijs.
Ze is tevens auteur van het onlangs verschenen literaire debuut ‘Bevroren levens’. Een boek dat thema’s als familie, kwetsbaarheid, onzekerheid, de zoektocht naar de waarheid, niet uit de weg gaat. Het verhaal speelt zich af in Siberië. Een gebied waar ze sinds de jaren 1990 geregeld verbleef en onderzoek deed als antropoloog. Haar ervaringen verwerkte ze in een boek dat de lezer meeneemt op een tocht vanuit het mooie Brugge naar het besneeuwde Siberië. Een plek met - voor velen - onbekende culturen.
Ze woont in Brugge samen met haar vriend en hun border collie.
Website: https://ingedenaeghel.be/
Reactie plaatsen
Reacties