Samen stad maken begint bij vertrouwen

Gepubliceerd op 26 maart 2025 om 19:05

Brugge, een stad waar iedereen zich thuis voelt?

Een stad waar iedereen zich thuis voelt – het klinkt als een slogan, een ideaal. Maar deze ochtend, in een kring van warme blikken en eerlijke woorden, werd het veel meer dan dat. Het werd een vraag die bleef hangen: voelt echt iedereen zich thuis in Brugge?

We zaten samen met de ervaringsgroep, burgers in kwetsbare situaties die ondanks alles hun stem willen laten horen. Meer dan ooit zelfs. Niet als toeschouwer, niet als laatste schakel in een beleidsproces, maar als volwaardige gesprekspartner. Van bij de start, en bij zoveel mogelijk.
Want participatie betekent voor hen méér dan een uitnodiging voor een inspraakmoment. Het betekent erkenning. Gelijkwaardigheid. Echt samen stad maken.

Het is hoopvol dat in het nieuwe beleidsprogramma participatie een centrale plaats krijgt. Er klinkt iets nieuws in de manier waarop over beleid gesproken wordt: luisteren, verbinden, samenwerken. Er lijkt meer dan ooit aandacht te zijn voor betrokkenheid. Voor het idee dat beleid niet in een ivoren toren gemaakt mag worden, maar op het ritme van de mensen in de stad.

En toch…
De realiteit zegt iets anders.

Ik voel dat ik minder ben. En daarom denk ik dat ze me niet serieus nemen.
Een zin die zacht werd uitgesproken, maar hard binnenkwam. Want dit is wat er wringt. Mensen botsen op drempels — niet alleen op papier, maar in hun lijf, hun hoofd, hun dagelijks leven. Ze voelen zich niet gehoord, niet welkom, niet belangrijk genoeg om een verschil te maken.

Die drempels zijn taai. Praktisch – zoals taal, mobiliteit of digitale uitsluiting – maar nog fundamenteler is het gevoel dat er toch niet naar hen geluisterd wordt. En tegelijk: ook aan de kant van beleidsmakers leeft onzekerheid, soms zelfs onmacht. Hoe bereik je stemmen die zelden luid zijn? Hoe doorbreek je het wederzijdse wantrouwen dat gegroeid is over jaren?

Want ja, er zijn vooroordelen aan beide kanten. Over “de politiek die toch doet wat ze wil”, en over “burgers die altijd klagen maar nooit meedoen”. Als we eerlijk zijn, kijken we soms met achterdocht naar elkaar. En zolang dat blijft duren, blijft de kloof.

Maar het verlangen naar verbinding is sterker.
De ervaringsgroep zegt het helder: ze willen meedoen. Niet als uitzondering, maar als vanzelfsprekendheid. Niet één keer, maar telkens opnieuw. Ze willen bruggen bouwen, geen muren. Ze willen een stad waar ze niet enkel wonen, maar zich ook thuis mogen voelen.

Brugge wordt pas een stad voor iedereen als we haar samen maken.
En dat begint niet bij een beleidsnota. Het begint bij een blik, een gesprek, een luisterend oor. Bij het loslaten van vooroordelen. Bij het opbouwen van vertrouwen, stap voor stap.
Niet door te spreken over mensen, maar met mensen.

De hoop is er. De goesting ook.
Nu nog de moed om écht samen aan tafel te zitten — en te blijven zitten.

Vandaag begint het.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.